De geschiedenis van Heuvelsteyn
Over
de geschiedenis van Heuvelsteyn, ook geschreven als Heuvelstein en
Heuvelsteijn, is een en ander bekend uit onderzoek naar boerenfamilies
door Arie Pieter van den Hoek. Daarnaast heb ik zelf hier het nodige aan
kunnen toevoegen, onder andere aan de hand van oude actes uit het
gemeentearchief Rotterdam. Systematisch onderzoek in de oude archieven
van Rhoon zal ongetwijfeld nog meer informatie aan het licht brengen.
Zeker is dat er al in de 17e eeuw een boerderij met de naam Heuvelsteyn in de polder ‘Het Buitenland van Rhoon’ heeft gestaan. Deze boerderij staat aan de Lageweg 3 (voor ca. 1960 als Lageweg 1 genummerd). De naam is afgeleid van de natuurlijke heuvel van ongeveer één meter hoog waarop de boerderij staat, ter bescherming tegen overstromingen. Samen met Reesteyn, gelegen aan het Weegje, zijn dit ongetwijfeld de twee oudste boederijen in deze polder, die in 1580 drooggelegd werd. Volgens overlevering heeft er in de buurt aan de Essendijk in een bocht genaamd de Mollehoek ook nog een boerderij gelegen met de naam Gravensteyn. De lokatie zou liggen halverwege tussen de Oudeweg en het Weegje aan de noordkant van de Essendijk. Leen van Kampen, voormalig eigenaar van het land waar Gravensteyn heeft gestaan, heeft nog regelmatig stenen van de boerderij gevonden tijdens het werken op het land. Op de kadasterkaart van Rhoon uit 1832 komt Gravensteyn totaal niet voor en is dus ruim voor die datum verdwenen.
De oudst bekende eigenaar van Heuvelsteyn blijkt uit een acte uit het Oud Rechterlijk
Archief van Rhoon, waarin samengevat het volgende staat:
Op 19-11-1683 verscheen Nicolaes Geltzack voor schout en schepenen van Rhoon om namens
de crediteuren uit de boedel van Pieter van Duijvelant van Roden, in zijn leven heer van Rhoon, een hofstede genaamd Heuvelsteyn met 3 gemeten land over te dragen aan Wit Leendertsz. Zantwech voor de prijs van 1800 gld.
[Acte van verkoop van Heuvelsteyn d.d. 19-11-1683 (Oud Rechterlijk Archief Rhoon)]
Daarmee
is Pieter van Duijvelant, heer van Rhoon, de oudst bekende eigenaar.
Van een eerdere datum is al de bewoner/pachter bekend t.w. Cleijs
Teunisz. Craenenburg.
voor 1673 – 1696/1697 : Cleijs Teunisz. Craenenburg
De
oudste bekende bewoner van Heuvelsteyn is Cleijs Teunisz. Craenenburg
(geb. ca. 1635), waarvan bekend is dat hij er al in 1673 woonde. Hij
bekleedde diverse openbare functies in Rhoon, zoals dijkgraaf van de
Molenpolder (1684,1688), schepen van Rhoon (o.a. 1685-1689) en ouderling
(1679, 1695). Uit zijn eerste huwelijk in 1659 met Neeltje Woutersdr.
Kooijman zijn vijf kinderen geboren waaronder Arien en Lena. Arien
trouwde met Leigje Jans Vrijland en betrok een andere boerderij in
Rhoon. Dochter Lena trouwde met Maarten Cornelisz. Molenaar. Deze
laatste kocht Heuvelsteyn op 21 mei 1698 voor 1800 gulden en ging er
zelf wonen.
1698 – 1742 : Maarten Cornelisz. Molenaar
Maarten
Cornelisz. Molenaar en Lena Cleijsdr. Kranenburg kregen geen kinderen
en na hun overlijden werd de boerderij met bijbehorend land op 4 april
1742 verkocht door de
erfgenamen aan Gijsbert Ariensz. Kranenburg voor 2810 gulden. Deze Gijsbert was een
neef van Lena Cleijsdr. Kranenburg.
1742 – na 1766 : Gijsbert Ariensz. Kranenburg (ca. 1694 – 1774)
In 1742 gingen Gijsbert en zijn vrouw op Heuvelsteyn wonen. Op 16 juni 1750 werd hij wegens klandestien malen en overtreding van de wet op het gemaal opgebracht en gevangen gezet in Schiedam. De boete van in totaal 3000 gulden en de premie van het arrest zijn door zijn vrouw Pietertje Paulus Tolhooft en de familie betaald, waardoor de veroordeling tot verbanning uit de lande van Holland en West-Friesland niet werd uitgevoerd. In ieder geval woonde Gijsbert in 1766 nog op Heuvelsteyn
na 1766 1816 : Arij Gijsbertsz. Kranenburg
Van Arij Gijsbertsz. Kranenburg is bekend dat hij op 17 juni 1816 Heuvelsteyn verkocht aan Claes Cornelisz. de Koning. Ongetwijfeld is hij na het overlijden van zijn vader de eigenaar geworden, maar hiervan is nog geen verkoop- of boedelscheidingsacte gevonden.
1816-1828 : Claes Cornelisz. de Koning Claes Cornelisz. de Koning komt in 1816 op Heuvelsteyn en wordt in 1828 opgevolgd door zijn zoon Jan Arie.
1828 – 1882 : Jan Arij de Koning (1801-1882)
In 1828 werd de boerderij betrokken door Jan Arij de Koning, die daarvoor op de ‘Hoeve
Johanna’ aan de Oudeweg te Rhoon woonde. Hij was in datzelfde jaar getrouwd met
Johanna van der Meulen uit Barendrecht. Het echtpaar rentenierde later aan de Rijsdijk te Rhoon. Zoon Klaas Cornelis was een tijd bouwman op het ouderlijk bedrijf, maar betrok later een andere boerderij in Rhoon. De erfgenamen verkochten in 1882 de boerderij aan Marius Leeuwenburg.
1882-1890 : Marius Leeuwenburg Aryszn (geb. 1848)
De boerderij werd in 1883 betrokken door Marius Leeuwenburg en zijn vrouw Trijntje
Stehouwer. Ze verkochten Heuvelsteyn weer op 3 mei 1890 aan Adrianus de Koning uit
Strijen. In 1892 verliet de familie Leeuwenburg de hoeve en vertrok naar Charlois.
1890-1893 : Adrianus de Koning Barendszn
In 1892, twee jaar nadat ze de boerderij gekocht hadden, kwamen Adrianus de Koning en zijn vrouw Magcheltje Kluifhoofd op Heuvelsteyn wonen. Echter al op 1 mei 1893 verkocht Adrianus de Koning Heuvelsteyn aan zijn neef Arij de Koning uit Oud-Beijerland.
1893-1929 : Arij de Koning Jacobszn (1865-1939)
In 1893 werd de boerderij overgenomen door Arij de Koning, getrouwd met Maria
Barendregt. In 1905 brandde de oude hoeve Heuvelsteyn af. De familie De Koning woonde in de tijd dat de nieuwe boerderij gebouwd werd bij de familie Den Hollander op de “Edenhoeve” aan de Rijsdijk in Rhoon. De nieuwe boerderij werd neergezet naast de resten van de oude en was in 1906 gereed. Op de plaats van de oude boerderij werd later een koetshuis en arbeiderswoning neergezet. In 1929 verkocht Arij de Koning Heuvelsteyn aan Jacob van der Vorm en verhuisde naar Greup waar hij een renteniershuis had laten bouwen.
1929 – 1987 : Jacob van der Vorm (1905-1992)
Jacob
van der Vorm was afkomstig uit Charlois, waar zijn vader Pieter van der
Vorm tuinder was. In 1930 trouwde hij met Cornelia Maria van der Meer
(1903-1986). Na hun huwelijk gingen ze op Heuvelsteyn wonen. Tegen het
einde van de tweede wereldoorlog in maart 1944 werd door de Duitsers de
polder onder water gezet. De hele familie moest evacueren en verhuisde
naar de bakkerij van de schoonfamilie van der Meer aan de Charloisse
Lagedijk 509 in Rotterdam. Alles rondom de boerderij stond onder water,
maar de boerderij zelf bleef boven water, zodat de heuvel z’n waarde
bewezen heeft. Bij een harde storm in november 1944 stortte wel, mede
als gevolg van de door het water verzwakte fundering, de schuur in.
Bij
de razzia van Rotterdam op 10 november 1944 werd de toen in Charlois
verblijvende Jacob van der Vorm opgepakt door de Duitsers en in
Duitsland te werk gesteld. Hij wist daar na enkele maanden te ontsnappen
met Jan Vugt en Janus Verschoor en op 2 februari 1945 keerde hij weer
terug in Nederland. Al snel na de bevrijding op 5 mei 1945 was de polder
alweer droog gemalen en keerde de familie terug naar Heuvelsteyn. Er
werd direct begonnen met de herbouw van de schuur, zij het wel een stuk
kleiner dan de oorspronkelijk schuur. Zowel woonhuis als schuur waren in
de nieuwe situatie 10 bij 10 meter.
De oorspronkelijke arbeiderswoning is jarenlang bewoond geweest door zijn dochter Heiltje en haar man. Het koetshuis werd in 1963 verbouwd tot woning en daar ging zoon Pieter wonen. In 1986 verkocht Jacob van der Vorm deze boerderij met bijbehorend land aan zijn zoon Piet en verhuisde in december 1986 naar bejaardentehuis “De Klepperwei” in Rhoon.
1987 – nu : Pieter (Piet) van der Vorm (geb. 1935)
Piet
van der Vorm, de zoon van Jacob der Vorm, trouwde in 1963 met Greet van
der Laan. Na hun huwelijk gingen ze in het tot woning verbouwde
koetshuis wonen. Piet is tuinder van beroep, net als zijn vader. Hij
werkte eerst samen met zijn vader en vanaf ongeveer 1970 alleen op de
tuinderij.
In maart 1987 verhuisde het gezin naar Heuvelsteyn. Het voormalige
koetshuis wordt al weer jaren bewoond door Linda Jongenotter, dochter
van Heiltje van der Vorm en dus een nicht van Piet van der Vorm, en haar
man Peter den Hartigh.
In de laatste 30 jaar hebben zeker
honderd jongeren als hulp bij Piet in het land gewerkt, vooral in de
drukke zomermaanden, waaronder waren veel van zijn neven en nichten –
maar ook veel kinderen uit de buurt kwamen graag bij van der Vorm wat
bijverdienen. De meesten bewaren hier hele goede herinneringen aan,
zeker als er met mooi weer ijs gegeten werd in het land of ook in de
Koedood gezwommen.
[ Uit: Teun van der Vorm, De familie Van der Vorm van Heuvelsteijn (Zoetermeer, 2003). Met aanvullingen van de auteur en Arie Beukelman.]