Poldernamen

Namen van akkers, dijken en streken en andere wetenswaardigheden.

In het verleden is er al veel geschiedenis en kennis verdwenen. Logisch, want de mensen geven niet alles door en er verandert in de tijd heel veel. Er zijn ook nog maar weinig boeren die hier al generatie op generatie zitten.
Op de boerderijen werkten pak weg honderd jaar geleden, afhankelijk van de grootte van het bedrijf toch altijd wel 3 of 4 mensen. De boerenbedrijven in onze polders waren niet zo erg groot. De boerin had vaak een hulp in de huishouding. Dat was dan vaak weer de vrouw of dochter van de knecht. De gezinnen op de boerderijen zelf waren om de een of andere reden hier nooit al te groot. Dus een naaister, wasvrouw of sokkenstopster had men meestal niet of hooguit een keer per week.

De arbeiders op het land werden knechten genoemd, pas in de tweede helft van de vorige eeuw arbeiders. Tegen de tijd dat ze werknemers genoemd “moesten” worden waren ze er bijna niet meer. De mechanisatie had zijn intrede gedaan. De boer deed toen bijna alles alleen, met de hulp van ingehuurde loonbedrijven voor het ploegen, zaaien en/of oogsten.
De knechten hadden het vroeger niet zo breed en moesten hard werken. In het seizoen vaak van licht tot donker. De verdiensten waren matig, maar van uitbuiten kon je ook niet spreken. Bovendien, wanneer je zo lang moet werken heb je ook geen tijd om geld uit te geven. De knechten woonden vaak in arbeidershuisjes die eigendom van de boer waren. Ze staan nog steeds overal aan onze dijken, ook nog in het dorp. Maar ze zijn meestal diverse keren verbouwd. Een knecht woont er al lang niet meer.
Wanneer je eenmaal als knecht was aangenomen kwam je eigenlijk niet meer weg. Je kon anders je huis uit en dan stond je op straat. Ook dat is in Rhoon gebeurd. Ik heb het nog meegemaakt in de kern van het dorp en dan praat ik over pak weg zestig jaar geleden. Alle meubeltjes gewoon op straat.
Maar de knechts hadden ook “grote” voordelen. Naast vrij of voor weinig wonen hadden zij vaak de beschikking over een stukje restgrond van de boer, te klein om te ploegen. Die tuintjes langs de dijk zijn daarom ook karakteristiek voor onze polders. In hun “vrije tijd” kweekten zij daar aardappelen en groenten voor eigen gebruik. Maar dat werd ook in het dorp heel veel gedaan.

U moet zich realiseren dat de Koedood pak weg 65 jaar geleden best ver weg was. Er waren alleen maar grinddijken die niet altijd optimaal begaanbaar waren. In de winter soms gewoon helemaal niet. Er was alleen maar paard en wagen. Maar dan was je wel een boer.
Ik weet nog dat een zekere Rook V., die op de Koedood woonde, een spruitenland had maar verder weinig, geen boerderij of zo. Misschien had hij de grond wel gehuurd, dat weet ik niet meer. Maar hoe krijg je je handeltje nu elke dag naar de bewoonde wereld? U gelooft het of niet, maar ik weet nog dat hij een fiets had laten maken waar zeven veilingkisten met spruiten op konden. Dat is nog eens inventief ondernemen.
Spruiten werden vroeger pas gegeten als het gevroren had. Dan waren ze pas lekker. Dit betekent wel dat de plukker op het land vaak met lichte vorst zijn spruiten stond te plukken. Handschoenen waren er niet. Je kreeg warme handen door het verdampen van het water op je handen. Maar wie gelooft dat nog?

Maar terug naar de bedoeling van dit epistel. Oude namen van akkers, dijken en sloten.
Ik heb in het afgelopen jaar wat navraag gedaan bij diverse (oudere) boeren om een stukje geschiedenis te achterhalen dat straks, na de transformatie in natuur en recreatie wellicht verloren zou gaan.
De boeren moesten hun knechten elke morgen naar het land sturen. Door ontpoldering in de loop der eeuwen en door erfrecht lagen de eigendommen, zeker in de oudere polders, vaak ver uiteen in de diverse polders. Je kon die knecht toen nog niet op pad sturen met een Tomtom of zeggen ga maar naar die meet waar vorig jaar de tarwe stond.

Om die reden waren er vaak namen voor de akkers. Hoe ouder de boerderij, hoe meer namen er zijn. Maar hoe jonger de polders hoe groter de akkers en hoe minder verschillende eigenaren. Namen waren toen niet meer nodig.
In de Portlandpolder, Zegenpolder en Molenpolder, polders ontgonnen na 1600, zijn er bijna geen namen van akkers meer. Maar ga je meer naar het dorp, zoals bij de Buitenhof, polder Het Buytenland van Rhoon 1580, dan vind je nog veel namen.
De namen zijn afkomstig van bijvoorbeeld de perceelsvorm, de oppervlakte, de (hoogte-) ligging, de grondslag, de omgeving enzovoorts. Maar er zijn er ook die ik (nog) niet kan thuisbrengen.

Alle polders zijn in het verleden drooggemalen met windmolens waarvan er in de Portlandpolder en in de Zegenpolder nog resten zijn te vinden. Dat verklaart weer de naam molen. Een aantal namen herinneren ons eraan dat het boerenbedrijf vroeger een gemengd bedrijf was (akkerbouw en veeteelt). Dat kun je dan ook weer terug vinden in de bouwvorm van de boerderijen. Daar schrijf ik misschien volgend jaar weer eens over.
Hier komen dan die zeer fraaie oude namen die naar mijn mening zeer goed gebruikt zouden kunnen worden voor nieuwe straatnamen (maar niet teveel) of voor namen van locaties van de toekomstige recreatie- en natuurlocaties.

Voordat u de namen leest dient u te weten dat:
1 Hand of Hond gelijk is aan 600 Roe en 600 Roe weer gelijk is aan 2 Morgen of Mergen en dat weer aan 1 Bunder of 1 hectare hetgeen gelijk is aan 10.000 m2. Een stee is een boerderij. Nu gaat u vast diverse namen herkennen.

“Het Zonnetje komt op bij de Oude Kloosterstee en gaat onder bij de stee van Aai van Siene”

Een fraaie uitspraak van de Rokus Voogd die vroeger aan de Koedood woonde. Een uitspraak die over 25 jaar niemand meer wat zegt, zeker niet de miljoenen recreanten die hier moeten komen recreëren.

De Rotterdammers worden verplicht te gaan genieten van hun zoetklei-oermoeras, want dat is goed voor de leefbaarheid. Boerderijen, akkers, oude namen, ons hele culturele erfgoed verdwijnt en moet zonodig plaats maken voor recreatie en nieuwe natuur.

Voordat alles is verdwenen zou het goed zijn om bepaalde zaken te koesteren en te bewaren. Als een kleine start voor een eventuele grote inventarisatie hebben wij voor u een aantal oude poldernamen genoteerd

Perceelsnamen in de Rhoonse polders:

In Het Buijtenland van Rhoon In de Portlandpolder
 Berenkade Stierenwei
De HandMolensloot
 Het Halsje Hoekweitje
 De Officier De Trui
de Wei voor SteeHet Hoekstuk
 Hoekweitje
Korte vijfmeetIn de Molenpolder
 AchtmeetHet Mollenhol
 de Lage WeiDe Millenaar
 AchtersteeDen Dirk
 Paddenwei25 Hond
 VijfhondjeTienhond
 BerenweiDe Klaas
 Vijf MergenDe Krop
 Twee MergenTwintig Hond
 Lange MergeVeertien Hond
 ZevenmeetZeventien Hond
 De SnipVier Mergen
 Het MollenholDe Kloosterwei
 Zestien HondZeven Hond
 Lange Vijfmeet Melkdijkje
 In het GhijselandIn de Zegenpolder
 Het orgelMolenweitje
Kooisteesedijk

Ik heb niet alleen de namen maar zoveel mogelijk ook de juiste situatie vastgelegd. Ik heb ook een paar namen uit Poortugaal, maar om die daar boven water te krijgen moet ik nog veel dieper spitten, tweediepen. En spitten is meer voor knechten. Misschien later nog eens?

Graag voor u gedaan,
Thedie Binder.
Juni 2009.
Platform Polders Albrandswaard
www.landschapspark-buytenland.nl